Regio Deventer staat in de startblokken om na regio Arnhem te starten met de implementatie van digitale gegevensuitwisseling. Waarom is het zo belangrijk om mee te doen met Babyconnect? Wat wordt verwacht van de implementatie? Wat gaat digitale gegevensuitwisseling brengen? We vragen het Ingrid Kiezebrink, verloskundige regio Deventer, voorzitter IGO Salland en vertegenwoordiger IGO Salland in de stuurgroep Babyconnect Midden- en Oost-Nederland.
Waarom is het belangrijk voor jullie om mee te doen met Babyconnect?
“De voornaamste prikkel is de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg geweest. We hebben hard gewerkt aan de implementatie van deze zorgstandaard, het fundament voor integrale geboortezorg. Digitale gegevensuitwisseling is een van de elementen van de zorgstandaard waar we nog geen stappen in hebben gezet. Daarnaast wordt digitale gegevensuitwisseling in de zorg op termijn verplicht (Wegiz). Omdat er geen kant en klare oplossing voor digitale gegevensuitwisseling is, kozen wij voor deelname aan het (samenwerkings)programma VIPP Babyconnect. VIPP Babyconnect helpt ons, zowel organisatorisch als financieel, bij het zoeken naar en realiseren van goede oplossingen om digitale gegevensuitwisseling tussen zorgverleners en met de cliënt te realiseren.”
Wat verwachten jullie van de implementatie in Deventer?
Ingrid vergelijkt het proces van Babyconnect met het bouwen van een huis. “Je begint met het bouwen van een goede fundering, de basis van het huis en essentieel voor de kwaliteit en veiligheid ervan. Pas als de basis staat kun je verder bouwen. Zo wordt Babyconnect ook gezien. Van Babyconnect wordt verwacht dat gestart wordt met het openen van een viewer, het regelen van cliënttoestemmingen en het uitwisselen van een paar documenten. Het zal niet meteen vlekkeloos verlopen en het zal nog wel even duren voordat data vanuit verschillende zorgverleners in een logisch overzicht te zien zijn. We moeten niet direct verwachten dat er een dak op staat. Het is een proces waarbij we met kleine stapjes verder komen. En waarbij wij leren van regio’s die ons zijn voorgegaan en andere regio’s weer profijt hebben van de kennis en ervaring die wij opdoen.”
Hoe houden jullie iedereen betrokken?
“Babyconnect is een vast bespreekpunt tijdens het bestuursoverleg van de IGO. Als er belangrijke ontwikkelingen zijn, dan informeren wij onze collega’s hierover tijdens IGO-bijeenkomsten voor de gehele achterban. Belangrijk aandachtspunt is om de verwachtingen aan te passen aan de realiteit. Zo weten we dat importeren van gegevens in je eigen systeem nu nog niet kan. Wat binnenkort wel mogelijk is, is het inzien van actuele basisgegevens in een viewer.”
Wat gaat gegevensuitwisseling jullie IGO brengen?
“Digitale gegevensuitwisseling geeft een impuls aan de kwaliteit van de geboortezorg. Omdat er geen gegevens meer missen, kunnen we de zorg voor moeder en kind naadloos op elkaar laten aansluiten. We hoeven niet meer achter informatie aan en er worden minder fouten gemaakt. En de cliënt kan straks op één plek (Persoonlijke GezondheidsOmgeving, PGO) haar gezondheidsgegevens inzien. Daarbij sluiten we aan bij de wens van cliënten die nu al veel gebruik maken van portalen van zorgorganisaties. Straks kiezen zij een eigen PGO en zien daarin informatie van verschillende zorgverleners, zoals de verloskundige, huisarts of het ziekenhuis.”
Wat willen jullie meegeven aan de lezer?
“Heb geduld. Gegevensuitwisseling realiseren we met elkaar, te beginnen bij de basis. Stap voor stap bouwen we verder uit naar wat we willen. Er staat geen kant en klaar systeem klaar wat alleen nog maar ingebouwd hoeft te worden. Wel een landelijk dekkend netwerk van regionale partnerschappen waarin ketenpartners samen met cliënten en leveranciers samenwerken aan de juiste gegevens, op het juiste moment, bij de cliënt en bij de juiste zorgverlener. Na de looptijd van Babyconnect kunnen we gegevens van elkaar inzien in een viewer en delen met de cliënt via een PGO. Daarna blijven we samenwerken om steeds meer informatie met steeds meer zorgverleners uit te wisselen in een steeds beter werkende viewer. En wie weet ooit wel importeren, maar nu maar eerst de basis neerzetten. Eerst draaien, dan verfraaien.”