De eerstelijnszorg in Nederland handelt het grootste deel van alle zorgvragen af. Dit maakt onze gezondheidszorg krachtig en betaalbaar. Maar door vergrijzing van de bevolking, een toenemende zorgvraag en personeelstekorten staat de eerstelijnszorg onder druk. De gevolgen zijn nu al merkbaar: patiëntenstops en wachttijden in de wijkzorg, bij huisartsen en ziekenhuizen, ondanks de enorme inzet van zorgprofessionals en behandelaren.
We staan voor de uitdaging om de eerstelijnszorg, in nauwe samenwerking met welzijn, toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden en aan te laten sluiten op het sociaal domein. Het project “Versterking organisatie eerstelijn” helpt hierbij: zorg- en welzijnsorganisaties werken samen met Proscoop aan een toekomstbestendige eerstelijnszorg.
De komende twee jaar versterken VVT-organisaties, welzijnsorganisaties, vertegenwoordigers van eerstelijns beroepsgroepen, apothekers en gemeenten bestaande wijkverbanden en worden nieuwe initiatieven gefaciliteerd. Dit doen we zowel binnen de eerstelijnszorg als over verschillende domeinen heen, in lijn met Gezonde Marke. Ook organiseren we een Regionaal Eerstelijns Samenwerkingsverband. Proscoop ondersteunt zorgprofessionals met advies, netwerkvorming en projectbegeleiding. Drie samenwerkingspartners uit de regio Drenthe delen hun kijk op knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen.
Welke knelpunten ervaren eerstelijnsprofessionals in Drenthe?
Ineke Woldringh is directeur Strategie en Beleid bij Interzorg en verantwoordelijk voor de behandeldienst. Ze geeft aan dat toegankelijke en betaalbare zorg en welzijn voor alle inwoners van Drenthe een maatschappelijke opgave is waar professionals, organisaties en inwoners in de hele keten van zorg en welzijn van doordrongen zijn. “Zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en/of eerder naar huis kunnen na een tijdelijk verblijf in de zorg komt een stap dichterbij als professionals specifieke kennis en expertise bundelen, zich soepel door de hele keten kunnen bewegen en we met elkaar werken aan het voorkomen van zorg en behandeling. Het maken van afspraken tussen zorg- en welzijnsprofessionals, gemeenten, woningcorporaties, vrijwilligersorganisaties en inwonersinitiatieven is een hele puzzel in een zorglandschap met personeelsschaarste, stijgende zorgvragen en verschillende financieringsvormen. Geen knelpunt, wel een uitdaging.”
Alianne Korterink, voorzitter Paramedische Zorggroep Gezond in Drenthe herkent de knelpunten in communicatie bij zorgprofessionals: “Vooral communicatie met ziekenhuizen is tijdrovend omdat dit voor medewerkers tussendoor moet. Men kent elkaar onvoldoende of helemaal niet. Via Siilo zijn hierin al mooie stappen gezet, maar nog niet iedereen gebruikt dit platform om informatie uit te wisselen.”
Rob Kah, directeur van Vaart Welzijn pleit voor een samenwerking op wijk- of dorpsniveau: “Een sociaal netwerk met inwoners die elkaar willen ondersteunen in nauwe verbinding met de eerstelijn. Maar de veelheid aan partijen maakt dit kennen en gekend worden lastig, zeker op regioniveau”.

‘Zorgprofessionals realiseren zich gelukkig steeds meer dat concurrentie niet helpend is’
Alianne Korterink, voorzitter Paramedische Zorggroep Gezond in Drenthe
Wat is er nodig in de samenwerking om eerstelijnszorg in Drenthe te versterken?
Rob vervolgt: “Maak het kleiner. Zorg voor een beperkt aantal vaste gezichten in de wijk of het dorp. Verken samen met de inwoner de (werkelijke) hulpvraag en biedt ondersteuning door die partij die het best bij deze vraag past. Schakel zo nodig anderen in, maar blijf het aanspreekpunt”.
Ineke vult aan: ”Als de eerstelijn de krachten bundelt, een gezamenlijke visie uitdraagt op welzijn, samenwerkt met welzijn, zorg en behandeling en werkafspraken kan maken over verschillende plekken van welzijn, zorg en behandelen, dan kunnen we met elkaar meer inwoners sneller en beter ondersteunen in hun kwaliteit van leven. Of je nu thuis woont, of tijdelijk in het ziekenhuis of een zorginstelling verblijft of moet revalideren. Om inwoners, ongeacht de plek, aandoening of behoefte, goed en snel te ondersteunen, moeten professionals kunnen doen waar ze goed in zijn en inwoners de ruimte nemen en krijgen om mee te werken in het signaleren en begeleiden van de meest kwetsbare inwoners.”
Ook Alianne vindt dat de eerstelijnszorgprofessionals elkaar beter moeten leren kennen, zodat ze met elkaars kennis en kunde samen het beste kunnen doen voor de bewoners van Drenthe. “Daarbij zou één gezamenlijk communicatiemiddel en één patiëntendossier helpend kunnen zijn”, aldus Alianne.

‘Toegankelijke en betaalbare zorg en welzijn is een maatschappelijke opgave’
Ineke Woldringh, directeur Strategie en Beleid bij Interzorg
Wat zijn eerste stappen die zorgprofessionals zelf kunnen zetten om samenwerking te verbeteren?
“Zorgprofessionals realiseren zich gelukkig steeds meer dat concurrentie niet helpend is”, weet Alianne. “Grotere partijen en praktijken werken steeds meer samen, maar nog lang niet overal. Samenwerken om de beste zorg te leveren betekent soms dat je mensen moet doorsturen. Er is werk genoeg, sterker nog de “visvijver” raakt de komende jaren overvol. Hopelijk gaan steeds meer zorgprofessionals zo denken”.
Ineke ervaart dat zorg- en welzijnsprofessionals in Drenthe al een gezonde, open houding laten zien in de samenwerking. Ze stellen de kwaliteit van bestaan van inwoners voorop, zijn kostenbewust en nemen deel aan netwerken die de ketenzorg versterken. “Mooie voorbeelden zijn de proeftuinen van de medisch generalistische zorg (behandelnetwerken, mobiel geriatrisch team en samenwerking tussen inwoners en professionals), de samenwerking tussen Icare, het WZA en Interzorg op het gebied van herstelgerichte zorg, de multidisciplinaire overleggen vanuit de huisartsenpraktijken, maar ook de samenwerking tussen verschillende zorginstellingen op het gebied van wijkzorg, casemanagers dementie en palliatieve zorg.”
Rob vindt het opbouwen van een netwerk belangrijk: “Investeer in scharrelruimte of vraag het aan je leidinggevende of bestuurder en verken met collega’s van aanverwante organisaties welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn. Bouw zo een netwerk op en leer van elkaar. Gezien de grote urgentie zouden leidinggevenden en bestuurders hun medewerkers hierin moeten faciliteren”, besluit Rob.

‘Investeer in scharrelruimte, want het opbouwen van een netwerk is belangrijk’
Rob Kah, directeur van Vaart Welzijn
Meer weten over dit onderwerp?
Neem contact op met onze betrokken adviseur.